Voldoende oppervlaktewater en grondwater zijn belangrijk voor landbouw, natuur, bossen, parken, tuinen, industrie, scheepvaart en waterrecreatie. Het is niet vanzelfsprekend dat er altijd genoeg water beschikbaar is.
Waterbeheerders hebben met stuwen, onderhoud van watergangen, wateraanvoer en beregening- en onttrekkingsverboden invloed op de beschikbaarheid van water. Die invloed verschilt per regio.
Klik hier voor meer informatie over het beheer van waterstanden.
In de volgende viewers ziet u per waterschap of er actuele onttrekkingsverboden uit oppervlaktewater van toepassing zijn.
Op de kaart rechts ziet u de kwantitatieve toestand (2021) van het grondwater in het stroomgebied van de Maas conform de Kader Richtlijn Water. De achtergrondkleur geeft aan of er een evenwicht is tussen onttrekking van grondwater door de mens en de natuurlijke aanvulling met regenwater. Verder is in rood aangeven voor welke oppervlaktewateren (lijnen) en natuurgebieden (vlakken) er niet genoeg grondwater is om de specifieke doelstellingen voor deze thema’s te halen. In de volgende paragraaf gaan we verder in op de beschikbaarheid van grondwater voor natte natuurgebieden (verdroging).
Om de kwantitatieve toestand (2021) van het grondwater voor de hele provincie te bepalen middelen we meetgegevens van de grondwaterlichamen Zand-Maas en Slenk-Diep. Klik hier voor meer informatie over grondwaterlichamen.
Voor Zand-Maas is geen trend waargenomen, bij Slenk Diep zien we een daling in grondwaterdrukken. De rapportage van deze trendanalyse van het Maasstroomgebied is hier te raadplegen. De effecten van de grote grondwateronttrekkingen op de stijghoogten in de Roerdalslenk zijn hier te vinden.
Bij verdroging heeft een gebied een te lage grondwaterstand of is de toestroom van grondwater (kwel) te klein of van onvoldoende kwaliteit. Planten in de Noord-Brabantse natuurgebieden kunnen zich dan niet goed ontwikkelen. Om verdroging tegen te gaan wordt soms water van onvoldoende kwaliteit aangevoerd. Het gebied wordt dan nog steeds als verdroogd beschouwd. Via het Beleidsmeetnet Verdroging houden we deze hydrologische randvoorwaarden van (grond)waterafhankelijke terrestrische natuurgebieden in de gaten. In Brabant worden deze gebieden Natte Natuur Parels genoemd. Binnen dit meetnet worden o.a. grond- en oppervlaktewaterstanden en de chemische kwaliteit van het water gemeten. Deze meetgegevens worden getoetst aan de streefwaarden die horen bij het natuurtype waar wordt gemeten. Het resultaat van deze toetsing is zichtbaar in het dashboard rechts. Zie de handleiding voor meer informatie. Klik op deze link voor een volledige weergave van het dashboard.
Periodiek geven waterbeheerders en natuurorganisaties aan hoeveel maatregelen uitgevoerd zijn en in welke mate de natuur is hersteld. Daarnaast monitoren we of er genoeg en schoon water beschikbaar is voor de gewenste planten in het natuurgebied. De samenstelling van de planten bepalen we ook regelmatig. Dit alles geeft een goed beeld van de mate waarin de natuurgebieden verdroogd zijn. Eind 2017 is de rapportage over deze gegevens gereed gekomen. In 2024 is een nieuwe rapportage gereed gekomen over de periode 2017 t/m 2022.
Op de kaart rechts staat in het tabblad toestand natte natuur aangegeven welk deel van de natte natuur binnen een natuurgebied volgens de terreinbeheerder de gewenste vegetatie heeft. In het tabblad hydrologisch herstel is op de kaart aangegeven hoe het staat met de hydrologische herstelprojecten binnen een gebied.
Door op een natuurgebied te klikken is de naam van het gebied te zien en of dit gebied ligt in het Natuur Netwerk Brabant (NNB) of dat het een verdroogd natuurgebied is dat er buiten ligt. Ook is te zien voor de NNB-gebieden hoe de toestand van het natuurgebied als geheel is en verdeeld per type natuur. Deze gegevens zijn te vinden in het verhaal ‘Het Natuur Netwerk Brabant’ in het thema Natuur.
Met ongeveer 300 meetpunten en 725 actieve peilfilters meet de provincie real-time de grondwaterstanden en stijghoogten tot wel 500 meter diepte. Veel van deze meetpunten hebben een lange historie, waardoor ze een waardevolle en betrouwbare informatiebron vormen. De meetlocaties zijn ingedeeld in watervoerende pakketten. Dit zijn lagen waar het grondwater goed doorheen kan stromen en die aan de boven- en onderkant vaak gescheiden worden door minder goed doorlatende klei- of leemlagen.
In het dashboard rechts worden de verschillen in grondwaterstanden en stijghoogten getoond per watervoerend pakket tussen de geselecteerde periode en een referentieperiode (2009-2016). U kunt zelf selecties maken in tijd, watervoerend pakket en meetpunt(en).
De getoonde data kan hier ook worden bekeken en gedownload. Klik hier voor een handleiding over het gebruik van dit overzicht. Alle beschikbare grondwaterstandsdata kan worden geraadpleegd via de Basis Registratie Ondergrond.
We meten in Noord-Brabant de grondwaterstand al vanaf het begin van de 20ste eeuw. Dat blijkt ook uit de grafiek hiernaast van de grondwaterstanden van een locatie bij Tilburg.
Brabant is grofweg te verdelen in 2 soorten gebieden:
Dit onderscheid komt ook tot uitdrukking in het Deltaprogramma. Noord-Brabant valt in de deelgebieden Hoge Zandgronden Zuid (Deltaplan Hoge Zandgronden), Zuidwestelijke Delta en voor een deel in Rivierengebied.
Klik hier om terug te gaan naar watervoorziening en watertekort.
De rode icoontjes zijn de locaties van de peilbuizen. Mogelijk moet u eerst inzoomen om ze zichtbaar te maken. Een peilbuis kan meerdere filters bevatten en meet de grondwaterstand of stijghoogte dan op verschillende dieptes. De metingen gebeuren elk uur automatisch.
Als u op een rood icoontje klikt, verschijnt links een tabblad met diverse informatievelden van het meetpunt. Ook is de meetreeks van het meetpunt te zien, de grafiek onderaan het tabblad toont de metingen van de afgelopen 2 jaar. De grafiek geeft de metingen weer van het bovenste (eerste) filter. Door op het balkje boven de grafiek te klikken, kunt u de meetreeks van een ander filter selecteren, indien aanwezig. Als u rechtsboven op ‘Dashboard’ klikt, ziet u de grafiek in een groter scherm en kunt u meerdere meetreeksen (van het meetpunt maar ook andere meetpunten) tegelijkertijd selecteren. Voor meer functionaliteiten zie ‘Help’.
Klik hier om terug te gaan naar grondwaterstanden en trends in de tijd.
Een grondwaterlichaam is een deel van de ondergrond met grondwater waarvan de chemische kwaliteit en de hoeveelheid bepaald wordt. In de provincie Noord-Brabant zijn twee grote grondwaterlichamen gelegen: ‘Zand-Maas’ en ‘Slenk-Diep’. Kleine delen aan de rand van de provincie maken deel uit van een grondwaterlichaam in het stroomgebied van respectievelijk de ‘Schelde’ (zuidwest-Brabant) en ‘Rijn-West’ (deel in het noorden van Brabant). Het zandige Zand-Maas grondwaterlichaam beslaat nagenoeg geheel Brabant. Het dieper gelegen grondwaterlichaam Slenk-Diep is gelegen in de Centrale Slenk, tussen de Peelrandbreuk en Feldbissbreuk, onder het grondwaterlichaam Zand-Maas, en wordt van het zand afgesloten door slecht doorlatende kleilagen. In dit grondwaterlichaam wordt voornamelijk grondwater onttrokken voor de bereiding van drinkwater, omdat het grondwater van nature schoon is en het door de diepte een grote grondwatervoorraad bevat.