Nederland is al jaren het land met relatief de meeste lichtuitstoot van Europa. De totale lichtuitstoot (de hoeveelheid licht) neemt jaarlijks met 3 tot 5 procent toe. Grootste ‘verlichters’ zijn kassen, sportvelden en openbare verlichting. Van het opgewekte licht straalt ongeveer 10% omhoog door het weglekken van licht of weerkaatsing.
Er zijn 3 soorten lichtvervuiling:
1. Lichthinder
Het optreden van hinder voor kunstlicht, bij mens, dier of plant. Bij lichthinder is altijd sprake van een gehinderde.
Voorbeelden:
2. Landschapsvervuiling
Het zichtbaar zijn van lampen of een lichtgloed in een donker landschap wordt ook wel landschaps- of horizonvervuiling genoemd. Lichtbronnen in het buitengebied zie je vaak tot op grote afstand. Maar ook in steden kan verrommeling optreden doordat zich allerlei soorten lichtbronnen in je blikveld bevinden.
Voorbeelden:
3. Verminderde zichtbaarheid van de sterren
Als er veel kunstlicht is, wordt de hemel verlicht en zijn er minder sterren zichtbaar. In de meeste steden zijn minder dan 50 sterren zichtbaar omdat er sprake is van een hoge ‘hemelhelderheid’. In het noorden van Nederland kun je op sommige plaatsen nog zo’n 2000 sterren zien.
De provincie heeft in 2024 het actieplan lichtvervuiling opgesteld. De doelstelling van het actieplan is om samen met gemeenten en andere partijen in Brabant (o.a. de Brabantse Milieufederatie) voor 2030 ernstige hinder voor de Brabanders te verminderen en de verstoring van Natura 2000-gebieden in ieder geval niet te laten stijgen ten opzichte van 2020.