Brabant Inzicht Logo
/ Milieu / Veilig en gezond boven de grond
Lucht Geluid Externe veiligheid Geur Licht en donkerte

Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over de risico’s voor mens en milieu bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. Ook de risico’s die windturbines en luchthavens veroorzaken vallen onder externe veiligheid. In Brabant is de ruimte voor wonen en werken schaars. Externe veiligheid moet een evenwicht vinden tussen ruimte voor ontwikkeling en een veilige leefomgeving. Uitgangspunt is dat overheden bij plannen zo vroeg mogelijk kijken naar de veiligheid.

Op de Risicokaart kunt u bekijken welke risicovolle bedrijven, transportroutes, buisleidingen en locaties van windturbines in uw directe omgeving liggen.

Risicovolle bedrijven

Noord-Brabant kent ongeveer 700 risicovolle bedrijven. Voor alle risicovolle bedrijven in Nederland zijn veiligheidsnormen en richtwaarden opgenomen in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Het Bkl verplicht de overheid om veiligheidsafstanden aan te houden tussen gevoelige objecten en risicovolle bedrijven. In het Bkl zijn gevoelige objecten gedefinieerd als zeer kwetsbare, kwetsbare en beperkt kwetsbare gebouwen en locaties. Voorbeelden van zeer kwetsbare gebouwen zijn scholen en ziekenhuizen. Voorbeelden van kwetsbare gebouwen zijn woningen en grote verblijfsgebouwen. De afstand tussen risicovolle bedrijven en gevoelige gebouwen en locaties moet voldoen aan de norm voor het plaatsgebonden risico. Daarnaast moet het bevoegd gezag bij het realiseren van gevoelige gebouwen binnen een brand-, explosie- en/of gifwolkaandachtsgebied rekening houden met het groepsrisico. Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan (gemeente, provincie of rijk) dat beslist op een aanvraag voor een omgevingsvergunning.

Zie ook: Portaal Atlas Veiligheid – Register externe veiligheid op Atlas van de Leefomgeving

Transport gevaarlijke stoffen

Het vervoer van gevaarlijke stoffen brengt risico’s met zich mee. Dat vervoer gaat over water, spoor, wegen en per buisleiding. Bij een ongeval tijdens het transport kunnen gevaarlijke stoffen vrijkomen met schadelijke of zelfs dodelijke gevolgen voor mens en milieu. Bijvoorbeeld een explosie, een brand of het vrijkomen van een gifwolk. Om dit te voorkomen moet het vervoer van gevaarlijke stoffen aan eisen voldoen.

De Nederlandse regels voor externe veiligheid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor staan in de wet Basisnet. Rijksoverheid, gemeenten en provincies hebben samengewerkt aan deze wet. In het Basisnet staan de regels die gaan over het vaststellen en beheersen van de risico’s voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Ook zijn hoofdroutes benoemd voor het vervoer over weg, water en spoor.

Vervoer gevaarlijke stoffen over het Basisnet

Bij het Basisnet wordt landelijk gebruik gemaakt van risicoplafonds, zoals die zijn opgenomen in de Regeling Basisnet. Deze risicoplafonds geven weer hoeveel vervoer van gevaarlijke stoffen over een Basisnetroute mag gaan. Zonder de aanwezigheid van risicoplafonds kan het vervoer toenemen en daarmee ook het risico. De risicoplafonds worden op dit moment structureel overschreden en de handhaving hierop blijkt om verschillende redenen niet mogelijk. Uit de monitoringsrapportages van ProRail blijkt dat de risicoplafonds o.a. op de Brabantroute worden overschreden.

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wil daarom afstappen van deze risicoplafonds en toewerken naar een robuust Basisnet ook gelet op de energietransitie die kan leiden tot meer vervoer van gevaarlijke stoffen. Het voorstel is onder andere om de risicoplafonds te vervangen door een vaste basisveiligheidsafstand (voor het plaatsgebonden risico) en vaste afstanden voor de aandachtsgebieden (brand, explosie en gifwolk).

Het hanteren van een vaste basisveiligheidsafstand kan als gevolg hebben dat langs sommige trajecten de afstand groter zal zijn dan momenteel het geval is nu elk traject nog zijn eigen afstand heeft. Als er (zeer) kwetsbare gebouwen of locaties binnen dit grotere gebied staan, leidt dit tot saneringssituaties. Dat geeft druk op de woningbouwopgave.

Meer informatie over de Brabant Route is te vinden op brabant.nl

Vervoer gevaarlijke stoffen via buisleidingen

Meer dan de helft van al het vervoer van gevaarlijke stoffen in Nederland gaat via buisleidingen. Ook dat kan risico’s met zich meebrengen. Een leiding kan bijvoorbeeld lekken waardoor er gevaarlijke stoffen vrijkomen. Zo ontstaat er een kans op een

explosie, vergiftiging van mensen of dieren, of verontreiniging van het milieu. In het Besluit kwaliteit leefomgeving (BkL) staan veiligheidsvoorschriften: bedrijven die buisleidingen aanleggen en gemeenten moeten zich hieraan houden.

Bij buisleidingen geldt een belemmeringenstrook van vier meter of vijf meter aan beide zijden waarop geen bouwwerken mogen staan, omdat deze ruimte is gereserveerd voor onderhoud aan de leidingen. Deze aandachtsgebieden en de PR 10-6 contour voor buisleidingen worden door GasUnie aangeleverd bij het Register Externe Veiligheidsrisico’s (REV) en zijn zichtbaar in de Atlas Leefomgeving.

Voor toekomstige ondergrondse buisleidingen voor het transport van gassen, olieproducten en chemicaliën en de belemmeringstrook die daarbij hoort, wil het Rijk de komende jaren ruimte reserveren. Door transport van gevaarlijke stoffen meer door buisleidingen te voeren, wordt het transport over weg en spoor verminderd. Daarnaast wil men een goede basiskwaliteit realiseren van de hoofdinfrastructuur, zodat ruimtelijke versnippering wordt voorkomen.

De nieuwe Delta Rhine Corridor uit de structuurvisie buisleidingen zal door Noord-Brabant gaan lopen. De verwachting is dat de Delta Rhine Corridor een bundel van 2 pijpleidingen faciliteert ten behoeve van het ondergronds transport van energiedragers en grondstoffen tussen Rotterdam, Moerdijk, Venlo, Chemelot en Noordrijn-Westfalen voor de industrie. Momenteel wordt er onderzocht of het mogelijk is om waterstof en CO2 te vervoeren door deze pijpleidingen. Daarnaast wordt op termijn gekeken naar de mogelijkheid van vervoer van ammoniak en andere waterstofdragers.

Meer informatie over de Delta Rhine Corridor is te vinden op Brabant.nl

Achtergrondinformatie - Plaatsgebonden Risico

We drukken het Plaatsgebonden Risico uit in de kans dat 1 persoon die een jaar lang permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats aanwezig is, als rechtstreeks gevolg van een ongeluk met gevaarlijke stoffen overlijdt. Het Plaatsgebonden Risico mag maximaal 10-6 per jaar bedragen (PR 10-6/jr). Dat betekent dat de kans op overlijden niet hoger mag zijn dan 1 op de miljoen (10-6) per jaar. Binnen de contour die het plaatsgebonden risico 10-6/jr weergeeft mogen geen (geprojecteerde) kwetsbare en bijzonder kwetsbare objecten aanwezig zijn.

Achtergrondinformatie - Seveso-richtlijn en Richtlijn Industriële Emissies

De provincie is het bevoegde gezag voor de bedrijven die vallen onder de Richtlijn Industriële Emissies en voor bedrijven die vallen onder het de Seveso-richtlijn. In Nederland vallen ruim 400 bedrijven onder de Seveso-richtlijn, variërend van complexe chemische industrie tot relatief eenvoudige opslagbedrijven voor gevaarlijke stoffen. In Noord-Brabant bevinden zich ongeveer 80 Seveso-bedrijven.

Achtergrondinformatie - Groepsrisico

Het Groepsrisico is de kans dat meerdere personen buiten het bedrijfsterrein ongeveer gelijktijdig overlijden door een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Formeel spreken we pas van een Groepsrisico als er meer dan 10 doden kunnen vallen.