We willen dat Brabant een fijne en veilige en gezonde plek is om te wonen en te ondernemen. Schone lucht is daarvoor een basisvoorwaarde. Na roken en ongezonde voeding is luchtverontreiniging één van de grootste gezondheidsrisico’s in Nederland. Vooral stikstofdioxide en fijnstof zijn bepalende factoren. In de afgelopen decennia is de luchtkwaliteit al flink verbeterd. In Noord-Brabant is nog nauwelijks sprake van overschrijding van de Europese normen. Tegelijk weten we dat gezondheidsrisico’s nog niet volledig weg zijn als we voldoen aan die normen. Met het ondertekenen van het Schone Lucht Akkoord en het vaststellen van het Beleidskader Milieu laten we zien dat we onze provincie nog schoner en daarmee gezonder willen maken.
De website van de Atlas Leefomgeving geeft informatie hoe de luchtkwaliteit was in de voorgaande jaren in Nederland in 2022. Op de kaarten herken je drukke (snel)wegen, stallen en industrie als bronnen van luchtverontreiniging.
Hoe goed de luchtkwaliteit is, kunnen we zowel meten als berekenen. Metingen geven de actuele situatie weer. Om een beeld te krijgen van de luchtkwaliteit in de huidige en toekomstige situatie, zijn berekeningen nodig. Het RIVM beoordeelt elk jaar of de berekeningen overeenkomen met de metingen en maakt daarvan kaarten met concentraties en deposities: hoeveel luchtverontreiniging er in de lucht zit en hoeveel verontreiniging neerslaat op de bodem (depositie). Deze kaarten geven een beeld van de luchtkwaliteit in het verleden en de toekomst.
Op Luchtmeetnet staat de luchtkwaliteit samengevat met een index. Zowel de gemeten als de berekende luchtkwaliteit zijn ingedeeld in 5 klassen: van goed tot zeer slecht.
Wat kunt u met de index? Op grond van de luchtkwaliteit kunt u eventueel uw dagelijkse bezigheden aanpassen om minder last te hebben van luchtverontreiniging. Daarvoor staan er bij de 5 klassen adviezen, die verschillen voor gevoelige groepen (bijvoorbeeld longpatiënten) en mensen die niet speciaal gevoelig zijn.
Via het tabblad ‘Meetpunten’ biedt de website ook de gelegenheid om te kiezen voor het weergeven van het luchtmeetnet. Dat bestaat uit ongeveer 95 meetpunten in Nederland. Ook de provinciale meetstations bij industrieterrein Moerdijk en Woensdrecht (nabij industriegebied Antwerpen) staan hierop.
Sinds 1 januari 2023 is het Centraal Instrument Monitoring Luchtkwaliteit (CIMLK) het instrument voor de ondersteuning van monitoring van de luchtkwaliteit. Deze monitoring gebeurt per 1 januari 2024 in het kader van de Omgevingswet, als opvolging
van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het CIMLK ondersteunt ook de monitoring voor het Schone Lucht Akkoord.
Om de luchtkwaliteit in Nederland te kunnen verbeteren, is er monitoring nodig. Het doel van monitoring is het bewaken van de kwaliteit van de buitenlucht en het tijdig signaleren van een (dreigende) overschrijding van omgevingswaarden.
Het CIMLK heeft als doel luchtkwaliteit gegevens over Nederland voor iedereen op één plaats, uniform en laagdrempelig beschikbaar te stellen, en daarmee de wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit (digitaal) te ondersteunen. Het zorgt ervoor dat:
Brabant is een provincie met veel vee. Door de veehouderij komen er stoffen vanuit de stallen in de lucht, zoals fijnstof en ammoniak. Het KRD Noord-Brabant laat zien wat de uitstoot uit stallen is op basis van de omgevingsvergunning. Hierin staat ook het maximaal aantal dieren dat volgens de vergunning gehouden mag worden.
De veehouderij moet voldoen aan wettelijke eisen (van Rijk en EU) voor emissies (zoals ammoniak en fijnstof) en we streven naar een emissiearme veehouderij. Voor een aantal emissies hanteert de provincie eigen, verdergaande beleidsregels, verordeningen of toetsingskaders (bijv. op gebied van leefomgeving en gezondheid).
Het CIMLK laat de invoergegevens en rekenresultaten zien van alle monitoringsrondes die afgerond zijn. In de linkerkolom naast de kaart kunt u kaartlagen aan- en uitzetten.
Het primair fijnstof afkomstig van de veehouderij is meestal organisch van samenstelling. Dit zijn dus deeltjes afkomstig van vooral mest, huidschilfers, veren, voer, haren en strooisel.
In de grafiek staat de uitstoot van fijnstof door de veehouderij in Brabant. Vanaf 2013 is er een dalende trend zichtbaar.
De uitstoot van fijnstof was in 2020 vooral afkomstig van kippen (meer dan 50%). De varkenshouderij is verantwoordelijk voor bijna 30%. De fijnstofemissie is sinds 2005 gedaald bij varkens en toegenomen bij kippen. Dit komt door de verandering van legbatterijen naar scharrelhuisvesting. Bij de varkens daalde de uitstoot door de maatregelen tegen geur en ammoniak; die vangen ook fijnstof af.
De landbouw is de belangrijkste bron van ammoniakuitstoot. Naast ammoniakuitstoot uit stallen komt er ammoniak vrij bij het gebruik van mest. Ammoniak heeft een vermestende en verzurende werking, vooral voor de natuur. Naast de landbouw zijn er nog andere bronnen van ammoniak: hobbybedrijven en particulieren, bemeste natuurterreinen, verkeer, huishoudens, industrie etc. Ook leidt ammoniakuitstoot tot secundair fijnstof, dat wordt gevormd door chemisch reacties in de atmosfeer.
De hoogste ammoniakconcentratie in Brabant zit in het oosten van de provincie. Dit zijn de veedichte gebieden.