Planten en dieren in het oppervlaktewater zeggen iets over de gezondheid van het watersysteem. Bij de zorg voor schoon water kijken we ook naar de aanwezigheid van chemische stoffen in oppervlaktewater en grondwater.

In het tabblad ecologie staat de toestand van planten, dieren en stoffen als voedingsstoffen in het water beschreven. Daarnaast is er een tabblad chemie, en een tabblad water voor de mens (zwemwater, en drinkwater, water in de stad).

Om ervoor te zorgen dat het beheer van het watersysteem past bij het gebruik van de omgeving, zoals landbouw, natuur of stedelijk gebied, hebben we functies aan wateren toegekend. Klik hier voor de kaart met functies van het Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027.

De doelen die het Rijk en de provincies voor onderdelen van het watersysteem vaststellen, sluiten aan op deze functies. Waterbeheerders nemen maatregelen of voeren dagelijks beheer uit om de doelen voor de watersystemen te behalen en te behouden. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) vraagt alle Europese lidstaten om doelen voor het grond- en oppervlaktewatersysteem vast te stellen. Ook moeten de lidstaten maatregelen treffen om deze doelen te bereiken.

De richtlijn gaat over al het water, maar rapportage van doelen en toestand in Europa gebeurt over ‘waterlichamen’. Dit zijn begrensde (delen van) oppervlaktewateren met een zekere oppervlakte en/of een zekere omvang van het stroomgebied. In Brabant zijn dit vooral de grotere regionale oppervlaktewateren en de grote rivieren. Ook het grondwater is ingedeeld in waterlichamen. Voor alle waterlichamen staan de specifieke doelen in nationale wetgeving en in het Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027.

Een groot deel van het Brabantse oppervlaktewater is niet formeel begrensd als ‘waterlichaam’. In lengte uitgedrukt vormen de KRW-waterlichamen nog geen 10% van al het water waar de waterschappen toezicht op houden. Met andere woorden: zo’n 90% aan lengte van wateren valt buiten de formele KRW-beoordeling. Veel van dit ‘overige water’ staat wel in verbinding met waterlichamen. Dit zijn bijvoorbeeld poldersloten of zijarmen van beken. Door deze verbinding met grotere wateren is de kwaliteit van de overige wateren ook relevant voor de beoordeling van de waterlichamen. De doelen voor overige wateren staan ook in het Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027.